Wat voor dag is het?

carpe diem

‘Carpe diem’, ik heb dat altijd een dwaze spreuk gevonden. Tegeltjeswijsheid voor in oma’s keuken. Horatius blijkt de onverlaat te zijn die het uit z’n pen kneep en horeca-zaken durven zich wel eens zo te noemen. En nu schrijf ik een gedicht met die titel. Waar gaat dat heen? Ben jij een zorgvuldige dagen-uitpakker? Of eerder een barbaarse consument zoals ik? En wat voor dag is het vandaag?

 

 

 

Carpe diem

Eigenlijk zou je de dag moeten uitpakken.
Met verwachtingsvolle handen het papier eraf – voorzichtig, het mag niet scheuren.
Dan aandachtig in die doos blikken en vaststellen wat het is.
Het kan een vaas van aardewerk zijn, voor later gebruik op de plank te zetten
of meteen op de keukentafel gevuld met bloemen uit de tuin.
Het kan een ritje in een rollercoaster zijn, met ademgierend hartslaan en onbedwingbaar gillen
in de verticale afdalingen.
Het kan een miniatuurtje zijn van nauwelijks bewegen, verzonken gedachten en breekbare gedichten.
Het kan de onverschrokken trek zijn, de wereld in met pionierslaarzen, alles aandurvend.
Het kan een ziektedag zijn, een zoeklichtdag, een regendag, een kaarsendag, een schaamtedag,
een lachdag, plaagdag, liefdedag, prachtdag, pruildag, huildag, komkommerdag, vergeetdag,
niets-vermag-dag, alles-vermag-dag.
Helaas, ik kan het niet.
Scheur een rafelig gat in dat papier, beuk een hol in die doos en wrik eruit wat erin zit,
of vergeet zelfs te kijken en gooi zonder nadenken weg.
Dagenbarbaar van het ergste kaliber die ik ben.
Help me. Minstens zou ik toch al een keer de afwas kunnen doen zoals ik gepland had.

 

Het verzachtend effect van museumbezoek

Is daar onderzoek naar gedaan, naar de effecten van museumbezoek? Dat vroeg ik me plots af. Eigenlijk naar aanleiding van mijn eigen recente bezoek aan Museum M in Leuven. Ik kom er regelmatig. Als een café je stamkroeg kan zijn, dan is Museum M mijn ‘stammuseum’. Het slaat nergens op, want ik ga er altijd in mijn eentje heen, dus van stam is geen sprake, maar dat heeft geen belang. Googlen op ‘psychologisch effect van museumbezoek’ levert nauwelijks wat op, behalve dat museumbezoek, net als contact met dieren en mediteren, het welbevinden van mensen met een hersenaandoening zou verbeteren. Hersenaandoening of niet, mijn welbevinden wordt in elk geval beter van musea. Ik maak een wereldreis in één of andere sfeer – en dat zonder geestverruimende middelen – en word stil en mild binnenin. Als ik me creatief wat opgedroogd voel, gaat alles soms weer stromen. Dat was nu ook weer zo. Ik stapte het museum uit en schreef (zie lager).

LieveBlancquaert6_tcm39-85262Wat er op dit moment te zien is in Museum M? ‘Ecce homo’, een prachtige dialoog tussen fotografe Lieve Blanquaert en de vaste collectie, over de manieren waarop lijden wordt uitgebeeld. De foto’s zijn tussen, naast of tegenover de schilderijen en beelden opgehangen: ze contrasteren en harmoniëren, verruimen, actualiseren, verscherpen of verzachten. Verfrissend dat een museum genoeg durf heeft om verschillende kunstuitingen naast elkaar te presenteren en elkaar te laten versterken. Mooi ook hoe foto’s uit 2016 de springlevendheid van kunstwerken uit soms lang vervlogen eeuwen kunnen laten oplichten. Je hebt nog wel even de tijd om naar ‘Ecce homo’ te gaan kijken – tot 17 januari 2017 om precies te zijn – , maar stel het niet te lang uit.

 

Museum M

 

Binnentreden met

niet meer bagage dan mijzelf.

Hoewel dat weinig lijkt

soms zwaar te tillen toch.

 

Kaartje kopen,

jas en tas achterlaten,

zaal 1,

overgave.

 

Aan de houten engelen met fluiten,

uit die eeuwen toen engelen met fluiten

er nog toe deden.

Aan de roodheid van een gewaad.

Aan het verstikkend veilige duister

van Permekes landschap.

Overgave aan elke tint

van huid, elk vlekje, krasje, elke ader.

Overgave

aan muren,

drempels,

hoogtes,

spiegels,

uitzichten,

stiltes.

 

Gaandeweg binnengesijpeld worden,

met de inhoud van die anderen

die ook toevallige namen hebben.

Nieuwe vloeistoffen wolkend door eigen,

infuus van opluchting.

 

Wanneer ik buiten kom

ben ik meer kunstenaar

dan eerder.

Zo licht

dat ik mijn lippen in mijn gezicht voel zitten,

armen bengelend in het gelid van oksels.

Weer verwachting geworden,

bereidheid,

klaarte.

 

 

10 strategieën voor meer creativiteit in je leven

1.Begin je dag met een vast ochtendritueel

Misschien moet je er vroeger voor opstaan (en dan ook vroeger gaan slapen, moe zijn en creativiteit gaan slecht samen!), maar begin je dag op een manier die voor jou inspirerend is: wakker worden bij een kop dampende thee in je tuin of op je balkon (in de winter met een dekentje om je heen), zomaar wat tekenen, een ochtendwandelingetje, gedichten lezen … Het maakt niet uit wat het is, als het maar bij je past en je dag in zachtheid van start laat gaan. Zelf begin ik elke dag met schrijven, lukraak wat in me opkomt, ook wanneer ik het gevoel heb dat er niks te schrijven valt. Tip: zet je telefoon, laptop of tablet pas aan wanneer je ochtendritueel om is!

2.Gebruik kleur

In een periode toen ik volkomen knock-out was door een moeizame relatie zat ik een keer wezenloos in de auto op de parking van de supermarkt en dacht ik: wat heb ik nu – meteen – nodig? Het antwoord was: pizza en kleurige schrijfstiften. Sindsdien ben ik nooit meer gestopt met schrijven in alle kleuren van de regenboog en ben ik ook mijn schrijfsels gaan versieren met specialere letters, omlijningen en tekeningetjes. Kleur kan je overal toepassen: gekleurd papier, kleurige post-its, een vrolijke agenda in plaats van een nietszeggend zwart exemplaar, meer kleur in je kleding of accessoires, kleur in je huis, bloemen op tafel, …

3. Gebruik een schrijfboekje

Misschien zijn niet voor iedereen schrijfboekjes een even onmisbaar levensonderdeel als voor mij, maar toch geloof ik dat je mét schrijfboekje creatiever bent. Meteen opschrijven wanneer er een idee voorbijkomt, ongemerkt de speciale schoenen van je overbuurman in de trein natekenen, een verbeter-de-wereld-in-10-stappen-lijst maken, … Ongetwijfeld zijn er honderd apps waarmee je dat ook allemaal kan, maar ik heb geen smart phone en hoe dan ook kan zo’n ding de vergelijking met een opschrijfboekje nooit doorstaan.

4.Wees gul voor jezelf

Is er iets waarvan je weet dat het je creativiteit stimuleert, of je doodgewoon in een opgewekte stemming brengt, misschien iets wat je het gevoel geeft dat het een beetje kinderachtig is en je eraan moet weerstaan? Gun het jezelf! Vrolijke stickers, kleurpotloodjes, tape om mee te decoreren, een vulpotlood, een speciale opbergdoos, theelichthouder, grappig uitziende plant, … Als je koopverslavende neigingen hebt moet je hiermee misschien uitkijken, maar als je zoals ik eerder het type ‘ach dat heb je toch helemaal niet nodig!’ bent, is het een goeie.

5.Beschouw jezelf als een kunstenaar en organiseer een wekelijkse ‘artist date’

Dit idee komt uit ‘The Artist’s Way’ van Julia Cameron en bestaat erin dat je elke week een vast moment reserveert voor een exclusief afspraakje met jezelf en niemand anders dan jezelf. Om iets buiten je platgetreden paden te gaan doen. Naar een park waar je nooit eerder bent geweest, een museum, met de trein naar een stad die je niet goed kent, in een koffiebar gaan zitten en verhalen verzinnen over de mensen die je daar ziet, … Heel verfrissend kan zo’n ‘artist date’ zijn, maar de kunst is om het vol te houden. Er lijkt altijd wel een goeie reden te zijn waarom je er deze week ‘geen recht op hebt’ of ‘eerst echt iets moet afwerken’.

6.Lees over creativiteit

5-MANIEREN-OM-JE-DROMEN-OP-TE-VOLGEN1

‘Big Magic’ van Elisabeth Gilbert geeft je een boost. Haar visie op creativiteit is tegelijk no-nonsense, humoristisch en een beetje spiritueel. De al eerder vermelde Julia Cameron helpt je in ‘The Artist’s Way’ via een 12-wekenprogramma je eigen inspiratie te vinden. Ook als je je zoals ik niet netjes aan die 12 weken houdt, kan je er wat aan hebben. ‘Steal like an artist’ en ‘Show your work’ van Austin Kleon lezen snel en gemakkelijk. Het zijn niet de boeken die je leven zullen veranderen, maar als je er hier en daar iets uit kan oppikken, is dat mooi meegenomen. De teken/schrijfboeken van Lou Niestadt – ‘Groots en meeslepend leven’ en ‘Less is luxe’ (zie hierboven) – zijn alleen al leuk om door te bladeren en je te laten inspireren door de combinatie van handgeschreven tekst en kleurige gedetailleerde tekeningen.

7.Wissel hoofd/zitactiviteit doorheen je dag altijd af met beweging

Wanneer ik me niet zo geweldig voel, heb ik de neiging om zo weinig mogelijk te bewegen en zo hard mogelijk te denken hoe ik uit het slop raak, al weet ik dat het hopeloos fout is en nog hopelozer niet werkt. Ook wanneer je je ‘normaal’ voelt een slecht idee. Eigenlijk moet met je hoofd of zittend werken (maximum anderhalf à twee uur) altijd afgewisseld worden met beweging. Wanneer ik een tijd geschreven heb of piano geoefend, ga ik in de tuin werken of afwassen, de was ophangen of fietsen. Niet mogelijk op kantoor? Je kan het raam openzetten en je een paar minuutjes uitrekken, naar de koffie-automaat wandelen, tijdens je lunch naar buiten gaan, een paar verdiepingen traplopen, …

8.Wacht niet op inspiratie maar train je creativiteitsspieren

Vele mensen denken dat je alleen maar creatief kan zijn op het moment dat de heilige inspiratie je overvalt. Natuurlijk kan je op de vleugels van een creatieve golf geweldige dingen doen en voelt de flow daarvan heerlijk. Maar als je daarop zit te wachten, gebeurt er waarschijnlijk niet veel. Creativiteit is als een spier die geoefend moet worden om soepel te werken. Als je ergens creatiever in wil worden – tekenen, fotograferen, koken, schrijven, events organiseren, vergaderen, songs schrijven … – dan moet je dat simpelweg zo vaak mogelijk doen. In plaats van om de 2 maanden een keer dat half uurtje dat er na alle dagelijkse beslommeringen nog overblijft, moet je het een vaste regelmaat in je leven geven en daar zo min mogelijk van afwijken. Schrijf het desnoods in je agenda.

9.Ruim op

Je kent het begrip wel: ‘creatieve chaos’. En je hebt altijd mensen die beweren dat een rommelige werkplek wijst op meer creativiteit. Bij een ander kan dat misschien kloppen, bij mij in elk geval niet. Rommel staat voor mij gelijk met stagnatie op alle vlakken. Rondslingerende spullen die al weken op dezelfde plek liggen maken mij depri in plaats van creatief, terwijl orde mij een fris hoofd en een goed humeur geeft. Even 10 minuten in sneltreinvaart opruimen kan een ware opkikker zijn, het kan trouwens precies de beweging uit nummer 7 zijn die je nodig hebt. En je zal zien: terwijl je loopt op te ruimen, valt je één of ander leuk idee in.

10.Zorg na een moment of periode van inspiratie voor structuur

Iedereen heeft het wel eens: een uur, halve dag of zelfs een paar dagen waarin je een soort hemelse bevlogenheid hebt. Ideeën buitelen je hoofd in, het voelt allemaal alsof je even een ander mens bent en je bent er zeker van dat je geweldige dingen op het spoor bent. Dat betekent dat je  op rechterhersengolven van intuïtie en associaties aan het surfen bent. Heel mooi allemaal, maar oh zo jammer als je twee weken of zelfs maar een dag later het ontnuchterende gevoel hebt ‘waar ging dit nu eigenlijk over?’ of ‘ik heb er alweer niks mee gedaan’. Dat laatste moet je dus bewust wél doen. Je linkerhersenhelft moet nu harder gaan werken. Keer terug naar je ideeën, schrijf op, orden, structureer, maak een actieplan, doe opzoekingen, denk verder na … Het kan plots allemaal heel saai lijken, maar laat je niet ontmoedigen. Dump onbruikbare delen van ideeën en geef niet te snel op. Het is mogelijk dat je tijdens meer gestructureerd werken – of misschien eerder terwijl je een wandeling maakt of wanneer je ’s ochtends wakker wordt – weer nieuwe, aanvullende ideeën krijgt.

Heb je je eigen supertips voor meer creativiteit? Deel ze hieronder!

Op 27 augustus geef ik een ééndaagse workshop creativiteit in Leuven.