Het gedoe dat liefde heet (7): 25 jaar/zilver

Op 12 november 1994 ben ik getrouwd. Daar zit dus een verjaardag aan te komen, een grote. Nu zijn hij en ik samen geen feestvarkens die op de tafels gaan dansen of banketten voor 100 man inrichten. We plannen iets kleins, leuks, intiems. Laat ik maar beginnen met een gedicht te schrijven, dacht ik. Hier is het. Als je je afvraagt wat het serviesgoed erbij doet: dat kregen we als huwelijkscadeau van familie en het is er nog, net als wij.

 

in één

de sleutel herkent het slot
en ik je dagelijkse lijf
mijn handen van terugkeer kennen de wijdte van je vleugels
mijn neus van altijd de geur tussen je hemdkraag en je rechteroor

meest geliefde herhaling
kan ik je onderhand noemen
wanneer we weer eens tienduizend stappen zetten
langs het bietenveld de putten in de weg het kapelletje
vier ogen op een bewegende einder
heupen meedeinend met de horizon
zelfs onze woorden lopen naast elkaar
ook wanneer we zwijgen

het daagt ons wat we nu geworden zijn
twee dieren in één vel