Bella Italia: Siena, stad van trommelaars en vlaggenzwaaiers (dag 10 – 11)

De eerste nacht in Siena word ik wakker van tromgeroffel buiten. Het is 1u17. Huh? Er lijkt ook enorm veel volk in een straat ergens in de buurt te zijn. Ik raak moeilijk opnieuw in slaap en word een tweede keer wakker van tromgeroffel. Het is 1u42. Er wordt nu ook luid gezongen. Hetzelfde herhaalt zich nog een keer na tweeën. Ik begin al zachtjes spijt te hebben dat ik zo pal in het centrum logeer. Het is vrijdagnacht en er staat een weekend voor de deur. Ga ik überhaupt een oog dichtdoen? Uiteindelijk werd het wel rustig, maar gisteren en ook vandaag doken de trommelaars, vergezeld van vlaggenzwaaiers, telkens weer op. Met wat opzoekwerk en observatie slaag ik erin om de touwtjes aan elkaar te knopen. Siena is opgedeeld in 17 wijken (contrada). Elke contrada heeft een patroonheilige en de meeste contrada’s zijn genoemd naar een dier: de panter , de adelaar, de uil, de slak, … Je ziet de dieren in de betreffende wijk ook op allerlei plaatsen in het straatbeeld: standbeelden, versieringen op huizen en hekken.

De contrada’s strijden tegen elkaar tijdens de Palio, de race op ongezadelde paarden die twee keer per jaar plaatsvindt op Piazza del Campo, het centrale schelpvormige plein van Siena. Megabelangrijk voor de Siënezen, die Palio, je ziet er hier veel verwijzingen naar. De eerste keer vond hij plaats in 1287, niet mis voor een traditie. Elke contrada heeft een jaarlijkse ‘festa titolare’, rond de naamdag van hun patroonheilige. En zo kan ik al het tromgeroffel, de kleurige kostuums, het zwaaien en naar elkaar overgooien van vlaggen en het gezang plaatsen. Als 17 wijken allemaal tussen lente en herfst een naamfeest te vieren hebben, in een stad die niet erg groot is, dan moet je al bijna geluk hebben om niet middenin zo’n festa te vallen. Opvallend: de trommelaars en vlaggenzwaaiers zijn geen stelletje heren op leeftijd. Folklore is hier iets van alle leeftijden. Wel erg mannelijk. Ik zie geen enkel jong meisje, geen enkele vrouw met trommel of vlag. Terwijl ik dit schrijf echoën de trommels alweer door de nauwe straatjes: telkens dezelfde tamelijk eentonige roffel, maar wel indrukwekkend door de hoeveelheid trommelaars.

De kleurigheid van de wijken met hun eigen kostuums en vlaggen contrasteert met de stad zelf. Geen pallazzi in frivole kleurtjes hier, zoals in Genova en Pisa. Alle gebouwen zijn aardekleurig. Aan de randen van het centrum kijk je zo het Toscaanse landschap in. Alsof je naar een stadsbeeld uit de middeleeuwen kijkt.

Bij wijze van contrast staat daar dan weer een splinterbom van een Duomo middenin. In deze Cattedrale di Santa Maria Assunta weet je niet of je voornamelijk naar boven moet kijken, om evidente redenen, of naar beneden, omdat elke centimeter van de vloer al net zo versierd is als het gewelf. In de kathedraal heb je ook toegang tot de Libreria Piccolomini, een kleine bibliotheek waarin kostbare oude zangboeken worden bewaard en waarvan alle muren met fresco’s versierd zijn.

Na gisteren en vanmorgen zowat de hele dag kerken en musea en lukraak straat in – straat uit mocht het vanmiddag even wat anders zijn. In mijn reisplan had ik een mogelijk uitstapje staan ‘voor als er tijd over is’. Op 20 km van Siena ligt Colle di Val d’Elsa (Heuvel in de Vallei van de rivier Elsa). Het staat bekend om het maken van kristal en heeft een kristalmuseum, maar daar gaat het mij niet om. Er is ook een natuurpark waar de rivier Elsa doorheen stroomt en waar je een wandelpad van 4 à 5 km kan volgen. Ik weet niet of het zal lukken om er te geraken, maar ik doe alle opzoekwerk – welke bus nemen, waar ligt de halte, hoe stap ik erheen, zijn er ook bussen terug laat in de middag op zondag? – trek zwemspullen aan onder mijn kleren en ga op weg. De halte is makkelijk gevonden, maar voor de rest biedt de verzameling haltebordjes met nummers en routes allerhande geen opheldering. Ademhalen, enkele vragen in mijn hoofd voorbereiden, iemand aanspreken. Een chauffeur die een rookpauze houdt, zwaait wat vaag met z’n hand en vertelt er iets bij waar ik weinig wijzer van word. Een koppel op een bank denkt dat het inderdaad bus 131 is, en kijk, die staat intussen op een elektronisch aankondigingenbord, maar ze zijn niet zeker of hij op zondag wel langs Colle di Val d’Elsa rijdt. Afwachten dan maar tot de bus opdaagt. Een jong meisje spreekt mij aan: wacht ik ook op bus 131? Ik zeg waar ik heen moet en ze zegt: ‘Ik ook, maar dan in het centrum, jij moet één halte ervoor uitstappen.’. Een vrouw die wat verderop zit, hoort ons gesprek, vraagt me of het bij de rivier is dat ik moet zijn, ik noem de naam van de halte en ze zegt dat ze de plek kent en me zal waarschuwen wanneer ik de halte moet aanvragen. Voor de zoveelste keer tijdens deze reis ervaar ik hoe waardevol menselijke hulp is. Even later is de bus er – tussen steden rijden in Italië tourbussen – en met de hulp van de vriendelijke vrouw sta ik een klein half uur later bij de toegang tot het natuurgebied. Duidelijk een bestemming voor Italiaanse families op zondag: overal langs de rivier zijn inhammetjes waar kleinere en grotere groepjes genieten van zon, water en elkaars gezelschap. De Elsa heeft een rotsachtige bodem en is snelstromend met kleine watervalletjes.

Meer dan wat pootjebaden doe ik niet, ik voel me in mijn eentje niet waaghalzerig genoeg om mij op de glibberige stenen te begeven. Maar wanneer ik mijn schoenen alweer heb aangetrokken en verder stap vind ik het ideale poeltje om zo in te glijden.

The Blue Lagoon in mijn eentje. Wel ijskoud.

Pas om 18u46 staat er een bus aangekondigd op het ingelijste A4-tje bij de halte. De haltepaal verdwijnt zowat achter een glasbak, een grote afvalcontainer en een papiercontainer. Ik hoop dat er nog iemand naar Siena moet, maar neen, ik blijf de enige potentiële reiziger. Om exact 18u47 komt de bus eraan en om 20 over 7 sta ik weer in het centrum van Siena. Missie geslaagd.

Gepubliceerd door


Antwoord

  1. Miranda Avatar
    Miranda

    Dag Sandra, wat je schrijft over de trommelaars en de contradas doet me een beetje denken aan de Semana Santa in Spanje. Heel bijzonder om mee te maken, een sfeer die uniek is, soms beklemmend, deels opzwepend en begeesterend. Siena ziet er inderdaad prachtig uit. Slaag je erin om wat contact te leggen met de Italiaanse bevolking?
    Nu wacht Firenze op je, denk ik, in gezelschap.
    X Miranda

    Like

Plaats een reactie