Reizen, soms moet een mens er karakter voor hebben. Bijvoorbeeld om om 8 uur ’s morgens aan de Galleria dell’Accademia in Firenze te staan. We hebben geen vooruitgeboekte tickets, en als je dan wil vermijden om uren aan te schuiven kan je maar beter voor de deur staan bij opening. Musea die om 8 uur al open gaan, helemaal geen uitzondering in Italië. Net zo min als musea die pas om 8 uur ’s avonds sluiten. En ja, met wat geduld en praatjes met medewachtenden raken we binnen. Galleria dell’Accademia heeft één grote aantrekkingspool: de David van Michelangelo, het meer dan 5 m hoge beeld waarvan hoofd en edele delen eindeloos misbruikt zijn om notitieboekjes, keukenschorten, boxershorts, tote bags, t-shirts en nog veel meer aan de man te brengen. Rond het beeld hoopt de massa zich op, gsm en selfie-stick in de aanslag, daarna kabbelt de stroom verder en kunnen we iets rustiger de 14e – 15e eeuwse religieuze schilderkunst bekijken.


Om 12u28u moeten we de trein naar Rome op. Het grootste deel van het treinverkeer wordt verzorgd door overheidsbedrijf Trenitalia, maar er zijn ook kleinere commerciële spelers op de markt. We hebben een ticket bij Italo geboekt, voor dit traject een stuk voordeliger. Pas 5 minuten voor vertrek verschijnt het perronnummer op de aankondigingsborden, maar het boarden verloopt vlekkeloos. Op het perron staat aangegeven welk wagonnummer waar zal stoppen, zodat iedereen direct op de juiste plek instapt. We vertrekken met een kleine vertraging die al gauw aan hoge snelheid wordt goedgemaakt. In goed anderhalf uur tijd staan we in Rome. Wanneer we Roma Termini uitstappen, treft ons de niet bepaald aangename sfeer van de stationsbuurt: druk, vuil, smoezelige winkeltjes, terrasjes waar je niet wil gaan zitten, en veel daklozen. Ongeveer anderhalve kilometer verder ziet het er al beter uit. Ook in deze stad wordt het een kloosterverblijf, en wel bij de Suore Salesiane. Een gelijkaardige zware poort als in Firenze, en we worden ontvangen door twee zusters die geen woord Engels spreken. Vooruit met dat Italiaans dus. De kamer is heel vergelijkbaar met die in Firenze, maar hier is de colazione (ontbijt) inbegrepen in de kamerprijs.
We installeren ons en gaan dan wat op verkenning. We blijken op 10 minuten stappen van het Colosseum en Forum Romanum te zitten. We kunnen er niet omheen, we vinden Rome voorlopig geen van beiden prettig: we ervaren de stad als hyperdruk, stresserend, lawaaierig en vuil. De toeristische trekpleisters zijn zo overspoeld dat je er liefst meteen wil weglopen. We komen voorbij de Trevifontein. Terwijl je vroeger tot bij het waterbekken kon – iedereen gooide er traditioneel muntjes in – kan dat nu niet meer. De perimeter rond de fontein is afgezet met dranghekken en rond de hekken staat het 4 – 5 rijen dik. Iedereen probeert het beste hoekje te bemachtigen voor de obligate foto. Sfeer: nul. Op andere plekken is het net zo. Firenze was ook druk, maar hier voelen we ons verloren.
Nog een vaststelling: in Rome is geen plaats voor de onvoorbereide bezoeker. Gij zult niet improviseren. Hier kan er geen sprake van zijn om met vroeg opstaan tamelijk vlotjes musea binnen te glijden: zowat alles is volgeboekt, en voor sommige bezienswaardigheden – het Colosseum bijvoorbeeld – kan je zelfs alleen nog online een ticket kopen. Vandaag werd zowat helemaal een kwakkeldag. Vanmorgen stelden we vast dat metrolijn A wegens werken wekenlang gesloten is op vrijdag en zaterdag. De communicatie erover is onduidelijk. Er zouden vervangbussen zijn, maar die zijn nergens te bespeuren. Ons plan is om naar Galleria Borghese te gaan, of minstens het park waarin de Galleria zich bevindt. Na 45 minuten wachten op een bus die om onduidelijke redenen niet opdaagt, gaan we maar stappen. De telefoon van A. helpt ons navigeren. Als Generation X-lid mis ik het heerlijke houvast van een doodgewoon papieren stadsplan en ik voel me al een stuk beter wanneer ik er één vind in een krantenkiosk. Uiteindelijk raken we bij Galleria Borghese. Nee, er staat geen wachtrij. Wel een medewerkster die ons de weg naar binnen verspert. Geen vooruitgeboekt ticket? Jammer dan, de eerstvolgende vrije plekken zijn volgende week woensdag. Afknapper.
Na een picknick tussen de mieren gaan we maar weer dapper op stap. Het Vaticaan en Sint-Pieters zijn niet zo héél erg ver. De zon brandt, maar we houden vol en staan na een staptocht en 45 minuten aanschuiven effectief binnen in de basiliek. Zonder reservatie en zonder ticket, want dit heiligdom kan zowaar gratis bezocht worden. Alleen moet A. wel mijn sjaal om haar middel knopen, want die korte short, dat is ongepast. De tattoos op haar armen en benen passeren gelukkig; een volledig lichaamsbedekkend habijt hebben we nu eenmaal niet in onze rugzakjes zitten.

Hierna hebben we een gelato / milkshake verdiend. We hebben gezworen om niet weer de hele weg terug te stappen, en kijk: we kunnen op een bus springen die een heel stuk de goeie kant opgaat, en daarna stellen we vast dat metrolijn A het nu wel doet. We zijn nog steeds niet enthousiast over Rome en besluiten dat er geen reden is waarom we per se in die Sixtijnse kapel zouden moeten raken – hoog boven je hoofd, in een boek zie je het zoveel beter, waarschijnlijk wordt het een sardientjeservaring – of het Colosseum bezoeken als je je van buitenaf ook wel zowat kan voorstellen hoe het er daarbinnen uitziet. En sporen van het Romeinse tijdperk kom je overal in de stad tegen, niet alleen in het Forum Romanum. Intussen hebben we zo veel gestapt dat we al een heleboel obligate plekken kunnen afstrepen: Piazza di Spagna en Piazza del Popolo, het paleis van Victor Emmanuele en Castel Sant’Angelo en de bruggen over de Tiber, de chique winkels langs Corso Italia en Via dei Condotti.

Heiligschennis of niet, we gaan voor de tijd die ons rest de stad uit. Morgen trekken we naar Anzio, een kuststadje op zo’n 45 km van Rome. 3,60 € en een uurtje treinen en je bent er. Hopelijk zijn we de enigen die op het idee zijn gekomen. Liefst niet verder vertellen dus.