Waarom ik op straat kom voor het klimaat

Als je in de loop van de laatste acht-negen maanden hebt meegelopen in één van de vele klimaatbetogingen kan je dit stukje gerust overslaan. Jou hoef ik niet meer te overtuigen. Geloof je dat het heus wel belangrijk zal zijn, maar betogen is niet echt jouw ding, eigenlijk heb je daar geen tijd voor, je bent de adolescentie lang voorbij en als al die echte activisten het doen, zal het ook wel goed zijn zeker … Lees dan vooral verder.

Waarom ik dus op straat kom voor het klimaat (en hoop dat jij hetzelfde gaat doen):

Omdat ik alle verschil maak. Ja, ik. Waar ik vroeger nog wel eens dacht dat mijn aan- of afwezigheid echt niks zou uitmaken in een massa, zie ik dat nu anders. Een massa kan er alleen maar zijn dankzij elk uniek individu, dus ook dankzij mij. Misschien ben ik wel net het kantelpunt, dat ene dominosteentje dat de hele rij doet omvallen.

Omdat het mij een gevoel van eigenwaarde geeft. Ik ben minder consumentenvee, minder eenheidsworst, minder anonieme belastingbetaler en meer mens.

Omdat ik achter de waarden van de klimaatbeweging sta. Telkens wanneer ik meestap valt het mij op dat – ook al is de verontwaardiging manifest – deze massa in wezen vriendelijk is, meedogend, inclusief en vreedzaam.

Omdat ik ervan overtuigd ben dat we op weg zijn naar een tijdperk waarin deze waarden dominanter zullen worden dan nu het geval is.

Omdat ik door mijn aanwezigheid en stem duidelijk wil maken dat ik niet akkoord ga met het soort leiderschap dat nog te invloedrijk is overal in de wereld. Het patriarchale, vrouwonvriendelijke, arrogante en egocentrische leiderschap à la Trump, Bolsonaro en consoorten. En ook het onverantwoordelijke, op verdeeldheid gebaseerde leiderschap van onze politici die Vlaanderen en België op een cruciaal moment in de geschiedenis maandenlang nagenoeg onbestuurd laten.

Omdat meestappen voor mij het verschil maakt tussen machteloosheid en kracht en ik mij liever krachtig dan machteloos voel.

Omdat ik deel wil zijn van dit verhaal. Als ik ooit kleinkinderen heb die me de vraag stellen: ‘Waar was jij toen, oma?’ wil ik kunnen zeggen ‘Ik was erbij en dat deed ik ook voor jullie.’

Omdat het mij telkens ontroert. Noem mij gerust een watje maar wanneer ik mij deel voel van die luidkeels protesterende massa pleeg ik steevast even vochtige oogjes te krijgen.

Omdat ik de leeftijd heb die ik heb. Nog geen grootouder, maar evenmin jong. Ik geloof in de kracht van de jeugd wanneer ik al die piepjonge enthousiaste deelnemers zie en ik vind het uiterst belangrijk dat ze genoeg oudere gezichten rond zich zien, kunnen voelen dat ze niet alleen zijn in hun strijd en bezorgdheid.

Omdat in het brandpunt van de huidige politieke en economische macht in onze samenlevingen een enorm vacuüm gaapt. Een ethisch vacuüm, een zwart gat waarin elk sprankje verantwoordelijkheid wordt opgezogen. Tot politiek en gezond leiderschap weer samengaan moet iemand voortdurend blijven wijzen op het gevaar van dat vacuüm. Dat is wat alle duizenden die de straat op gaan samen doen. Ook daarom stap ik mee.

En ja, natuurlijk om dat brandend woud, die bedreigde diersoorten, vergiftigde aarde, die vervuilde lucht, al dat leven dat niet voor zichzelf kan opkomen, dat lijkt me vanzelfsprekend.

Wild!

Ik woon op een plek waar nauwelijks bossen zijn. Toch is het er ook helemaal niet stedelijk. Het is één van die plekken in Vlaanderen waar landbouw – monoculturen die zich uitstrekken tot aan de hemelsbrede horizon – een oppervlakkig gevoel van landelijkheid geeft. Het is ‘de buiten’, maar ongerept kan je het allerminst noemen. Ik pendel met de trein naar steden en kom weer terug. Zowat elke dag fiets ik in veelvoud de drie kilometer die mijn huis scheiden van station, bakker, supermarkt, krantenwinkel.

Tevoren woonde ik aan de rand van een bos, wat ik erg mis. Ik ging er weg door omstandigheden zoals die in elk leven opdagen. Ik heb me vaak afgevraagd of ik de verkeerde keuze heb gemaakt door ergens te gaan wonen waar bossen zo opvallend ontbreken. Of ik niet opnieuw moet verhuizen, liefst naar ergens waar ongereptheid nog veel aanweziger is. Naar Schotland of Ierland bijvoorbeeld. Of gewoon rondtrekken. Telkens wat anders. Misschien doe ik dat ooit, maar sinds kort heb ik besloten om vrede te sluiten met mijn huidige woonplek.

Onder andere omdat ik behoefte heb aan een antidotum tegen de negatieve ideeën die in tijden van klimaatcrisis heersen over de natuur rond ons.
Hier is geen echte natuur meer’.
Alles is al kapotgemaakt.’
Weer een nieuwe verbindingsweg, waar houdt het op?’.
Er bestaan geen stille plekken meer. Overal hoor je autogeraas op de achtergrond.’
Van de beloofde 10.000 hectare nieuw bos is niks in huis gekomen.’

Ik zal niet beweren dat er geen enkele waarheid in die uitspraken zit. Wel betreur ik de overtuiging dat wilde natuur zich alleen nog ver weg bevindt – in de bossen in Noord- en Oost-Europa, in de Nationale Parken van de VS, in het Amazonewoud … Ik betreur dat deze plekken opzoeken zowat de enige manier lijkt om ons te herbronnen. Ik betreur de melancholie die daarrond hangt, het stille idee dat we iets fundamenteels kwijt zijn, dat rond ons alleen maar teloorgang en verlies te bespeuren vallen. Ik betreur dat we de indruk hebben verre reizen te moeten maken of minstens naar een natuurreservaat of de Ardennen te moeten om het verlorene terug te vinden.

Dit is een pleidooi om veel meer te zijn waar we zijn. Onze leefomgeving te accepteren en zelfs te omhelzen. De bomen langs de snelwegrand die niemand ooit bewondert zijn niet minder wild dan die in een oerbos, al zijn ze daar met veel meer. Het beekje dat door een weiland stroomt heeft dezelfde wilde waterkwaliteiten als de Niagara Falls, als je tenminste wil kijken. Het vergt een mildere, minder hongerige en veeleisende blik, maar alles is er al, rond ons. Ook in de stad. Alleen al het eenvoudige effect van buitenlucht wanneer je je wat down voelt. De tuindeur, balkondeur, het raam open, je ogen sluiten en bewust de frisse, lauwe, ijskoude, lekker warme of zondoorstoofde buitenlucht inademen. Die simpele verhouding tot buiten en natuur terugvinden kan een enorme bron van herverbinding zijn. Met onszelf, met de antwoorden in ons, met oprechte verlangens en dromen. Met onze creativiteit ook. Ik weet zeker dat wie creatief – en daarmee bedoel ik niet artistiek, wel scheppend – in het leven wil staan de eigen relatie met natuur moet cultiveren. Niet door één keer per maand in de auto te stappen om ergens een lange boswandeling te maken. Wel door elk moment waarop het kan aan te grijpen om de natuurlijke plekken vlakbij op te zoeken. Dat is iets wat ik veel meer en veel bewuster voor mezelf wil doen. Waarop ik hoop dat mijn verhaal jou aansteekt. Zodat we sterker worden om op te komen voor alles wat we anders willen. Zonder de kwaliteiten van wat we allemaal hebben uit het oog te verliezen.