opstanding
met haar voet tekent ze figuren op de plavuizen
duizend figuren en de mis is uit
voor het eerst valt haar het misdienaartje op
ziet hij haar ook en hoe haar nieuwe jurk valt de bultjes eronder
verdwijnen in lichte schouderkromming
voorbeden en vergeving wiegen oor in oor uit
ze slaat haar benen over elkaar in verse vrouwelijkheid
als je het gezangenboek opent
ver genoeg
krult de rode kaft om tot een hart
voor wie geduld heeft verricht Hij een mirakel
ze wordt twaalf en koopt een album met een slotje
ze schrijft in het grootste geheim de eerste zinnen
xxx
vluchtig
een jeugdhuis ergens in de polder
natte zeelucht neergegooide fietsen
zij is het stugste dertien van de wereld
ze maakt iets met handen
een mand een weefsel een pot
ze vergeet zichzelf en buigt voorover
de handen die achterlangs op haar gaan liggen
kneden haar plots
heeft zij heupen om naar te grijpen
ze schrikt op als een ree
slaat de handen weg
achter haar rug bast een lach met de baard in de keel