
De nacht heeft wat intermezzi, want ja, mijn vrees van gisteravond werd bevestigd: er snurkt iemand. Vermits ik mij aan de ‘women only’-kant van het capsulehotel bevind, moet het een vrouw zijn. Een zeurderige vrouwensnurk met een uithaaltje, naar boven toe. Niet leuk. Maar goed, het haalt mij in elk geval vroeg genoeg uit bed om om 7 uur op een nuchtere maag in het station te staan om mijn treinreis voor morgen te regelen. Het Reisezentrum is zo goed als leeg, de jonge vrouw aan het loket is in opleiding en wordt geschaduwd door een oudere dame die achter haar zit. En dan kom ik met mijn ambitieuze plan: de Alpen over met de Bernina Express tot in Italië, en daarna via Milaan naar Genua. Een spoorlijn die tot Unesco Werelderfgoed is uitgeroepen, die staat op mijn bucket list, natuurlijk. Niks dan superlatieven lees je erover: ze gaat over en door tientallen viaducten en tunnels, over het 65m hoge Landwasser-viaduct, ze beklimt pieken tot boven de 2000 m en als uitsmijter is er het spiraalvormige viaduct bij Brusio. Maar eerst die reservatie bemachtigen. Tot net over de Zwitserse grens lukt het allemaal prima, daar voorbij ligt terra incognita voor de twee loketdames. Ik zie ze bijna opgelucht ademhalen wanneer ik zeg dat ik het Italiaanse traject wel met de Italiaanse spoorwegen zal regelen morgen.
Wanneer ik naar buiten stap, wordt de stad wakker: de schoonmaker met zijn karretje in de catacomben van het station, het meisje in strakke zwarte broek en wit hemdje dat terrastafeltjes buiten zet langs een kade, de hip geklede vrouw op blokhakken met drie boeketten bloemen in de armen en de gedecideerde flair van iemand die iets in de culturele sector doet. Vroege ochtend in een stad, het doet mij altijd denken aan ‘Il est cinq heures, Paris s’éveille’ van Jaques Dutronc. Ik ontbijt op een bankje onder een boom langs het water. De zon klimt al boven de daken van de huizen uit. Zürich is een stad van hoeken en kantjes, doorkijkjes, trappen en hoogtes waar je plots uitzicht hebt. Een stad van fonteintjes ook. Mooie oude fonteintjes, met een versiering of een beeld erop, vaak met niet meer dan een bescheiden waterstraal. Bij de fontein met de vis die mij gisteren al opviel, komt een atletische man met grijzend haar zijn drinkbus vullen. Ik vraag hem of alle fonteinen in Zürich drinkbaar water hebben. Hij zegt dat het er zo’n 1200 zijn en ja, het water is overal drinkbaar, deze is trouwens zijn favoriet. En als water op een openbare plek in Zwitserland niet drinkbaar is, dan staat het vermeld. In België lijkt het me eerder andersom te zijn.
Ik heb gisteren een Zürich Card gekocht en kijk ernaar uit om de rest van deze dag op vertoon ervan overal gratis te kunnen binnenstappen. Bij de eerste stop gaat het al mis: de vrouw aan de kassa van het Kunsthaus zegt dat ik nog 23 CFH moet bijbetalen, bovenop de 27 die ik al uitgaf aan de Zürich Card. Mijn budgetbewustzijn protesteert, ik ga terug naar buiten, in mezelf mopperend dat je je nooit moet laten verleiden om dagpassen te kopen in steden: toeristenvoer waarmee je alleen wat inferieure attracties kan scoren en voor wat je echt wil gaan doen toch nog moet dokken. Geen kunst dan maar, misschien is het wel gewoon goed als ik mij vandaag buiten mijn evidente voorliefdes begeef. Ik dwaal rond en vergeet mijn bozigheid, kijk gefascineerd naar scholieren bij een verbazingwekkend mooi schoolgebouw. Ze hebben pauze en mogen blijkbaar een heel eind buiten het schoolterrein zwermen. Ze doen wat jongeren doen: roken, gsm’en, in groepjes klitten, met steentjes gooien. Ik geloof dat ze er geen boodschap aan hebben hoe mooi de omgeving is waarin ze studeren. Ik geloof dat ik niet anders was op hun leeftijd.
Ik kom bij Bürkliplatz bij het meer van Zürich en de steigers waar rondvaartboten vertrekken. Over 10 minuten gaat er één, in het Engels heet het mini cruise en ik zie dat ik hem gratis kan nemen met mijn Zürich Card. Het volgende anderhalf uur breng ik op het water door, de stad wordt kleiner achter ons, in de verte een ijle horizon waar de grijzen en blauwen van water en lucht in elkaar overgaan. Links en rechts op de heuvelachtige oevers liggen voorsteden van Zürich die iets van vakantie-resorts hebben. Af en toe stoppen we bij kleine waterstations en stappen er wat passagiers uit en in. Ik stel vast wat ik de rest van de dag overal zal zien: Zürichers, misschien bij uitbreiding Zwitsers, léven echt in hun steden. Ze rennen niet gehaast naar hun werk met een beker koffie in de hand. Nee, ze zitten gezellig te praten op kademuren, planten zich op een grasveld in een park en trekken hun schoenen uit. Ik zie een oudere man die onder wat bomen bij het water zijn t-shirt uittrekt, een pareo om zijn middel slaat, zijn shorts en onderbroek voor een zwembroek verwisselt en dan zijn krant gaat zitten lezen. Ik zie een vrouw die in badpak van een steiger glijdt en in het meer een eindje gaat zwemmen. Ik zie scholieren die rechtop staan op een vlot en dat met z’n allen voortbewegen met peddels, af en toe joelend, terwijl een sportleraar hen begeleidt op een kleiner vlot. Overal zie je mensen genieten. Overal zijn er ook plekken die daartoe uitnodigen. Deze stad lijkt over te lopen van sfeervolle publieke voorzieningen: ‘openbare stoelen’ op pleinen en in parken, mooi vormgegeven banken met groen er omheen, terrasjes onder bomen bij het water.
Na de cruise zwerf ik verder. Ik wil absoluut het Pavillon Le Corbusier zien en neem een bus die er in de buurt stopt. De eerste indruk is dat het met zijn losstaande dak en fel gekleurde vlakken een beetje aan een tankstation doet denken. Maar wat voor een tankstation. Binnen raak ik helemaal in de ban. Wat is het dat zo raakt aan de gebouwen van deze man. Ik kan het niet echt zeggen. Het prachtige spel van binnen- en buitenruimtes door de grote glaspartijen, de ingenieuze lijnen, strak en dan weer gebogen, de afwisseling van metaal en hout, het kleurgebruik. Ik blijf maar foto’s maken.
Stilaan treedt de Zürich-roes in: ik zie de botanische tuin van de universiteit met zijn halvemaanvormige serres en ook hier weer bakken sfeer, neem een bus en een tram (gratis met de Zürich Card!) en slaag er nog net voor sluitingstijd in om een vluchtig spoor door het Landesmuseum te trekken. Ik zie oude jurken en uniformen, veel geglazuurde tegelkachels, een vitrine vol Zwitserse horloges, een verzameling bizarre sledes in de vorm van een schoen, een vogel of met een monsterkop vooraan. Gisteren wees K., mijn reismaatje-voor-een-dag mij erop hoe goed Zwitsers zijn in architectuur en die blik vergezelt mij nu. Het Landesmuseum is een historisch gebouw waar een moderne betonnen doos aan is geplakt en de combinatie werkt wonderwel. Hierna kan de protestantse Grossmünster-kerk er ook nog wel bij, maar dan is het tijd om op het balkon van mijn tijdelijke thuis wat te eten en een stukje te schrijven. Vanavond op tijd in bed, hopend dat de snurkster intussen naar andere oorden verkast is. Morgen gaat de eerste trein om 6u38, richting Chur. Als het goed zit, komt de volgende aflevering uit Genova.







Je begint erin te komen, dunkt me!
Valère
>
LikeLike
In het reizen? Of in het schrijven over het reizen ;)?
LikeLike
Reizen Sandra, reizen. Schrijven kun je.
Valère Gijbels
>
LikeLike
Dag Sandra, je reisblog inspireert me om aan mijn moeizame dag te beginnen en geeft me het broodnodige duwtje in de rug . Je vertelt over Zürich zoals ik me de stad voorstelde na het lezen van een artikel. Er zouden veel publieke zwemgelegenheden zijn, zelfs in de kanaaltjes in het centrum. Zwitsers die voor of na het werk even een frisse plons doen. Heb je daar iets van gemerkt? Ondertussen ben je in principe ‘geland’ in la Bella Italia en hopelijk verwelkomd door de plaatselijke geuren en kleuren. En heb je de treinervaring van je leven achter de rug, misschien iets dat lijkt op een visueel orgasme. Geniet van Genua. X Miranda
LikeLike
Dag Miranda, in het centrum (rivier Limmat) zag ik niemand zwemmen, wel in het Zürichmeer . Het water lijkt heel bepalend voor het uitzicht en de beleving van de stad. Intussen geland in Genova na heel wat treinen, de Bernina inderdaad spectaculair. Verslag volgt. Blij dat je het fijn vindt om mee te lezen. x
LikeLike
Ik blijf je lezen, Sandra. Jouw Bernina-expressverhaal bracht hier alleszins weldoende koelte binnen. Het kan dus toch nog regenen en wat frisser zijn in EU? Kijk alleszins uit naar wat volgt.
LikeLike
Fijn, Bert! Die koelte, dat was heel even. Genua was heet en vandaag Cinque Terre idem.
LikeLike