Langzaamheid

Ik praat met iemand. Hij gebruikt het woord ‘langzaamheid’. Hij bedoelt daarmee: niet sneller dan de snelheid waarmee een menselijk lichaam zich kan voortbewegen. Ik voel de betekenis ervan in mijn ledematen.

Eigenlijk gaat fietsen met een rotvaart. Wel twintig kilometer per uur. Terwijl je benen malen ben je in gedachten al waar je moet zijn.

Kan je ook leren om sneller te ademen, een snellere spijsvertering te hebben, je nagels sneller te laten groeien, aan hogere snelheid te slapen?

Elke dag word ik wakker met het voornemen om nu eens niet zo traag te zijn. Eerder zoiets als ‘fluks’. Elke ochtend ben ik niet-fluks. Het ontbijt rekt zich uit, geen contract jaagt mij de straat op. Ik besluit deze luxe leven te noemen.

Ik lees een interview met een BV: hij leert dan weer te leven met de nieuwe grenzen die zijn lichaam aangeeft na kanker. Terwijl hij vroeger wel 100 uur in de week werkte, kan dat nu niet meer. Mag je pas minder en trager wanneer je lichaam heel hard wake up heeft geschreeuwd en dan is ingestort als een 9/11-toren?

Ik ben voorlopig niet ingestort. Ik heb het druk met het niet druk hebben. Gewoon de juiste druk, de rimpelloze spanning van een nog nieuwe ballon. Je moet het ook een keer proberen, het is heerlijk.

Misschien is traag een beetje provocerend. Zoiets als middenin een gang van de supermarkt stilstaan terwijl je winkelkar de boel blokkeert en besluiten dat je absoluut niks in de gaten zal hebben.

Verpoppende rupsen provoceren niet. Hebben evenmin iets in de gaten, behalve hun binnenkant. Neem het verpoprecht op in de universele verklaring van de rechten van de mens.

En laten we ervoor zorgen dat traagschaamte nooit een ding wordt. In geen enkel woordenboek komt.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s