
alkemade via Pixabay
I.
De bomen ruisen woest.
Plots wil je van je fiets geslagen worden.
Pijnloos weggedragen op een luchtstroom met bestemming onbekend.
II.
Op het natte bankje zitten langs het pad. Niks anders nu.
Opgaan als een halm in het veld.
Onzichtbaar blijven voor wie langsloopt.
III.
Knip de wereld uit als een staande lamp.
Waar ben je dan?
Is het daar zwart en klein of wit en eindeloos?
IV.
Alle mondvollen over de weldaad van stilstand, je begrijpt ze niet.
Altijd is er een volgende seconde.
Zelfs foto’s en rotsen worden ouder.
V.
Het verlangen om er niet te zijn maar nu ook weer niet dood ofzo.
Misschien moet je je schamen om die luxe.
Hoe dan ook trapezewerker zonder net.